European Certificate for Psychotherapy als keurmerk en kwaliteitsregister
Een vraaggesprek met Jan Rademaker, directeur van de Nederlandse Academie voor Psychotherapie
Je bent nu meer dan 40 jaar aan de Academie als directeur en docent verbonden. Wat is je drijfveer om het zo lang te doen?
Ja, de jaren zijn voorbijgevlogen en tegelijkertijd is het een fijne en oneindige tijd. Ik ben de pensioengerechtigde leeftijd voorbij, maar blijf gewoon lekker doorgaan. Ik voer nog steeds praktijk, eigenlijk vind ik dat het mooiste dat er is. Dat komt omdat ik zo veel van mijn cliënten heb geleerd en nog steeds leer. Ieder mens heeft zijn eigen uniek wijze om een probleem te hebben, te houden, onder ogen te komen en aan te pakken en om verder te groeien. Ieder mens heeft daarin zijn eigen begeleiding nodig, fascinerend om daar getuige van te zijn en die ander daarin te helpen. Alles wat ik van mijn cliënten heb geleerd, zet ik om in modellen, methoden en technieken die ik weer op de Academie aan de studenten aanbied. Omdat de studenten het in de praktijk toepassen en steeds met verdiepende vragen komen, scherpen we met elkaar de theorie en de praktijk steeds verder aan. Dit is een prachtig proces dat niet bedacht is vanuit een ivoren toren, maar dus regelrecht stamt uit de praktijk zelf. En ja, dat wil ik nog wel jaren volhouden.
Hoe is de Nederlandse Academie voor Psychotherapie ontstaan?
Onze geschiedenis gaat terug tot 1979, toen dr. Edgar Allen Ates het Instituut voor Toegepaste Hypnose oprichtte. In 1984 nam ik de leiding over en transformeerde het instituut tot de Nederlandse Academie voor Psychotherapie. De Academie heeft de hoogste Europese onderscheiding als opleidingsinstituut in psychotherapie, namelijk de EAPTI-status waardoor onze studenten aan de Hypnotherapie- en Integratieve Psychotherapieopleidingen het European Certificate for Psychotherapy (ECP) kunnen verkrijgen.
Daarnaast hebben we ons gericht op het ontwikkelen van een derde generatie integratieve benadering in coaching, counseling en psychotherapie, waarbij we gebruikmaken van de laatste inzichten in veranderkunde. Hierdoor kun je als therapeut een op maat gemaakte aanpak ontwerpen voor je cliënt.
Wat is die derde generatie integratieve psychotherapie en hoe onderscheidt die zich van eerdere generaties?
De eerste generatie richtte zich op Eclecticisme (ook wel holistisch of integraal genoemd): therapeuten combineerden technieken uit verschillende stromingen. Dit leidde echter vaak tot een onsamenhangend geheel. Uit het wetenschappelijk effectonderzoek van o.a. Wampold bleek verder dat therapeutische interventies feitelijk geen intrinsieke werkzaamheid bevatten (niet meer dan 1% variantie). De tweede generatie legde daarom de nadruk op de therapeutische relatie en de kwaliteiten van de therapeut. Hoewel belangrijk en voorwaardelijk, dragen deze factoren slechts 8% respectievelijk 4% bij aan het effect van therapie. De derde generatie is de Client Based (niet te verwarren met persoonsgericht of client centered), waar ons Client Based Change-model (CBC®) uit is voortgekomen. Dit Client Based Change-model richt zich volledig op de cliënt en diens veranderproces.
Wat is dat Client Based Change (CBC®)-model precies en hoe helpt het therapeuten in hun praktijk?
Het CBC®-model is een vernieuwend model dat we bij de Nederlandse Academie voor Psychotherapie hebben ontwikkeld. Het is gebaseerd op de 3e generatie integratieve psycho- en hypnotherapie en biedt een praktische aanpak om effectief met cliënten te werken. Dit vraagt van coaches en therapeuten een andere manier van werken: het gaat in onze psychosociale begeleiding primair om het activeren van de zelfhelende processen. Dit realiseer je door het vergroten van het Verandervermogen en de Veranderbereidheid van je cliënt, waarbij de therapeutische interventies dus van minder doorslaggevend belang zijn vergeleken met effect van het op maat activeren van de werkzame factoren.
Waarom vind je die werkzame factoren zo belangrijk?
Uit wetenschappelijk onderzoek (Wampold 2000, 2015) weten we dat het therapeutische effect voor 80% wordt bepaald door cliëntfactoren. Het is dus de cliënt die ‘iets doet met het aangebodene’. Waren we vorige eeuw nog gericht op therapieën en interventies en later op de kwaliteit van de relatie, richten we nu onze aandacht op de cliënt om zo efficiënt mogelijk te werken. Zoals Milton H. Erickson stelde: “The most important thing in changing human behavior is the person’s motivation.”
Een van onze belangrijkste taken is dan ook om de cliënt gemotiveerd te krijgen om zelf actief bij te dragen aan zijn of haar verandering. Immers:
‘All change is Self Change.
Therapy is simply self-change, professionally coached.’
Prochaska, Norcross, and DiClemente
Heb je een paar voorbeelden van die werkzame factoren?
Veel draait om de zogenaamde actieve positie van de cliënt. Daar valt veel onder te scharen: een actieve samenwerking met de therapeut of coach, dat hij actief reflecteert op zijn gevoelens, gedragingen en gedachten en dat hij actief problemen bij zichzelf aanpakt, dat hij toekomst gericht is en hij actief beweegt over zijn eigen levenspad. Je wilt zijn gevoel van zelfredzaamheid en eigenverantwoordelijkheid activeren zodat je cliënt weer actief het stuur in handen heeft. Dit proces van empowerment levert je cliënt meer autonomie op. Dit helpt hem niet alleen met zijn huidige problemen, maar versterkt ook hun veerkracht voor toekomstige uitdagingen.
Een voorbeeld uit de praktijk: de steen in de rivier
Je herkent vast wel dat je cliënt soms lijkt vastgelopen in zijn veranderingsproces, alsof er ergens een bepaalde blokkade zit waardoor het veranderingsproces niet goed op gang komt of niet meer goed stroomt. Vaak ervaren je cliënten een bepaald verlies, hebben soms de wens dat alles niet gebeurd is of ze verlangen terug naar iets van vroeger. Ze komen hier niet zelf uit, ervaren een existentiële crisis, ze zijn vastgelopen en staan stil op hun levenspad. Ze willen eigenlijk niet meer verder met dat lijden dat ze ervaren, zo willen ze niet verder en willen geen toekomst waarin het lijden nog bestaat. Deze passieve houding verlamt hen om in actie te komen.
Om hier weer beweging in te brengen vormt de stap van het Aanvaarden een belangrijke factor: je cliënt dient te aanvaarden dat het is zoals het is (situatie), dat hij iemand is die dat heeft (eigenaarschap) en dat hij iemand is die zo is (zelfbeeld, identiteit). En dan dien je je cliënt vervolgens waardevolle en zingevende doelen te laten ontwikkelen waar hij naar verlangt. Anders komt hij alsnog niet in beweging over zijn eigen levenspad op weg naar de toekomst.
Kunnen alle coaches, counselors en therapeuten dit CBC®-model integreren in hun eigen werkwijze?
Ja, dat is nou net het mooie van het CBC®-model. Omdat je de werkzame factoren weet te mobiliseren bij je cliënt, is dit model binnen iedere therapierichting te integreren. Je wordt uitgedaagd om bij iedere cliënt dit weer op een unieke wijze te doen omdat ieder mens weer anders in elkaar zit. En omdat je leert in welke fase je cliënt zich bevindt in zijn veranderingsproces, kun je heel direct aansturen op het behalen van de volgende fase. Daardoor werk je veel efficiënter en doelgerichter.
Jullie geven ook Medische Hypnose, wat is dat en kunnen alle therapeuten, counselors en coaches dit ook gebruiken in hun praktijk?
Mooie vraag. Met Medische Hypnose kun je allerlei Aanhoudende Lichamelijke Klachten (ALK) op een directe wijze aanpakken. Met hypnose heb je een fantastisch middel in je toolbox waarmee je rechtstreeks de fysiologische processen (denk aan doorbloeding, spanning, pijn) kunt beïnvloeden. Het is een heel efficiënt en wetenschappelijk bewezen instrument bij o.a. PDS, stress- en burn-outproblematieken. Je kunt Medische Hypnose zo toevoegen aan je therapieaanbod.
Jullie leiden onder meer op tot het ECP; wat hebben onze leden hieraan?
Het ECP is de hoogste certificering die je als therapeut kunt krijgen in Europa. In onze koepel Nederlandse Associatie voor Psychotherapie (de NAP) zijn de ECP’ers verzameld met een herkenbaar kwaliteitslabel. Ik denk dat de zorgverzekeraars steeds hogere eisen gaan stellen, bijvoorbeeld dat de ene therapievorm wel wordt erkend en de andere richting niet (meer). Gelukkig kan de European Association for Psychotherapy (EAP) hierin een belangrijke rol spelen, immers door de EAP zijn zo’n 20 verschillende vormen van psychotherapie gevalideerd op de wetenschappelijke bewezen werkzaamheid. En daarmee lijkt het ECP, het European Certificate for Psychotherapy weer in beeld te komen als keurmerk en kwaliteitsregister.
De NFG-leden zijn vaak al goed opgeleid en soms al werkzaam in een door de EAP-erkende therapierichting. We kunnen samen vaststellen hoe een haalbare route naar een EAP-niveau bij een erkende richting er uit kan zien. Het Client Based Change®-model is overstijgend op alle therapierichtingen en valt dus gemakkelijk te omarmen en te integreren in de eigen werkwijze. We kunnen dus samen met de koepel Nederlandse Associatie voor Psychotherapie (de NAP) zien hoe we een toekomstbestendige route kunnen samenstellen waarin al je bestaande kennis en vaardigheden het uitgangspunt vormen.
Meer lezen over de Nederlandse Academie voor Psychotherapie? Kijk op www.academie-psychotherapie.nlv oor alle opleidingen, trainingen en nascholingen.