Noodlot
Door: Frauke van Hulten
Het is hartje zomer, juli 2018, als Merel in Haarlem op het bankje zit voor de exclusieve vintagekledingzaak van haar vriendin. Ze zitten er vaak zo samen, met een kop thee. Bijkletsen. Vandaag is het rustig in de winkel, het is bloedheet. Als de vriendin even verderop twee broodjes gaat halen, valt plotseling een gietijzeren kandelaar vanaf de vensterbank van de bovengelegen woning naar beneden. Precies op het hoofd van Merel. In eerste instantie lijkt er weinig aan de hand, ze is niet buiten westen geweest en er is geen bloed. Merel test zichzelf: “Wat is mijn naam, wanneer ben ik geboren, waar woon ik precies?” Ze kan antwoord geven, voelt zich nauwelijks misselijk of draaierig en besluit om het dit weekend verder rustig aan te doen. De volgende dag is er een kinderverjaardag waar ze samen met haar vriend Daan naar toe gaat en dan merkt ze dat ze geen contact kan maken. Het lijkt alsof ze in een vissenkom woont, dat er geen energie is. Merel is misselijk, doodmoe en wil vooral met rust gelaten worden. Iets wat totaal niet bij haar past. Ze gaat naar huis. Slapen.
Het Hersenpan Herstel Plan
Merel werkt in de evenementenbranche en gaat op maandag gewoon weer aan het werk. Als ze is gearriveerd, kan ze zich niets herinneren van de reis ernaartoe. Ze zet haar computer aan en kan de letters niet vertalen naar woorden. Ze schrikt. Collega’s zeggen later tegen Merel dat ze wit zag en met een andere stem sprak, zacht en kwetsbaar. Dat ze weliswaar fysiek aanwezig was, maar er tegelijkertijd niet écht was. Ze wordt naar huis gestuurd om rust te nemen. Voor de zekerheid belt Merel de huisarts. Hij reageert laconiek en adviseert haar een paracetamolletje te nemen.
Merel: ‘Ik kon werkelijk niets hebben, ik keerde helemaal naar binnen. Alles was zo heftig; geluid, licht, bewegen, reageren. Alles.
Mijn vriend en ik hebben de slaapkamer verduisterd en ik ben vooral veel gaan slapen, met oordoppen in. Elke vezel in mijn lijf was doodmoe. In de loop van de week veranderde er niets. Ik ging een keer de vaatwasser uitruimen om vervolgens huilend op bed te vallen. Zo’n klein klusje was al te veel. Ik kon niks meer, niks! Ik besloot naar de huisarts te gaan. Hij volstond met de diagnose lichte hersenschudding. Rustig aan doen. Ik dacht bij mezelf: als ik nog even volhoud, mijn hoofd rust geef, dan ben ik eind augustus wel weer aan het werk. En zo ging ik de derde week in, de vierde, de vijfde… en het werd niet beter.
Ik besloot weer terug te gaan naar mijn huisarts en eiste een MRI-scan. Daarop was niets te zien. De vervolggesprekken met mijn huisarts, die ik afdwong om de voortgang te bespreken, leverden alleen maar frustraties op. Ik had het gevoel er alleen voor te staan en ik voelde me niet serieus genomen. Het enige wat ik te horen kreeg was: ‘rust nemen’. Maar ik ben een sportief iemand. Ik heb een enorm groot sociaal netwerk, een partner en een fulltimebaan. Ik ben ‘eventmanager’. Ik verhuur historische locaties voor events en help waar nodig bij de organisatie daarvan. Ik moet veel ballen in de lucht houden en snel schakelen.
Zo wilde ik dit event in mijn leven ook managen. Het liefst met een draaiboek. Ik had ontzettend veel behoefte om actief te werken aan mijn herstel. Ik wilde wat dóen. Alles was weggevallen en mijn huisarts hield maar vol dat er niets anders was te doen dan rust nemen. Het was tijd om het heft in eigen hand te nemen. Ik bedacht een ‘hersenpan herstelplan’, waarin ik mijn eigen draaiboek maakte met kleine activiteiten en veel rustmomenten.’
Opdat we leren van elkaar en elkaar kunnen inspireren
Dit is het eerste artikel in een serie van 6 waarin we mensen ontmoeten die ondanks teleurstellingen, tegenslagen of nare spelingen van het lot toch de moed en de kracht hebben om door te gaan, positief te blijven, te leren en te genieten.
Het gehele artikel is te lezen in editie 2 (2020) van TCC Magazine.