Ziekte van Parkinson

Een ontspoord eiwitverhaal

Door: Angélique de Beule

Beven (tremor), spierstijfheid (hypertonie) en bewegingstraagheid (bradykinesie) zijn motorische symptomen die kenmerkend zijn voor de ziekte van Parkinson. In een later stadium kunnen klachten zoals starre gelaatsuitdrukking, spraakproblemen en speekselovervloed zich voordoen.

Volgens de schaal van Hoehn en Yahr (1967) onderscheidt men vijf stadia:

  • Verschijnselen aan één kant van het lichaam.

  • Verschijnselen aan beide kanten van het lichaam; er zijn geen evenwichtsstoornissen.

  • Verschijnselen aan beide kanten van het lichaam, met evenwichtsstoornissen; de patiënt kan nog zelfstandig functioneren.

  • Verschijnselen aan beide kanten van het lichaam, met evenwichtsstoornissen; de patiënt heeft dagelijks hulp nodig.

  • Ernstig geïnvalideerde toestand; patiënt is aan tafel en bed gebonden en heeft verpleegkundige zorg nodig.

De ziekte van Parkinson is een neurodegeneratieve bewegingsziekte die 1 tot 2 % van de bevolking treft, meestal ouder dan vijftig jaar. In België schat men dit aantal tussen dertig à vijfendertig duizend.

Het is een aandoening ten gevolge van het afsterven van dopaminerge neuronen ter hoogte van de substantia nigra, gelegen in de middenhersenen.

Samen met het corpus stratium, de globus pallidus en de nucleus subthalamicus maakt de substantia nigra deel uit van de basale ganglia, die instaat voor het maken van vlotte en soepele bewegingen alsook bepalend is voor ritmegevoel en timing.

Wanneer er dopaminereductie optreedt, zoals bij de ziekte van Parkinson, beïnvloedt dit sterk het basale gangliacircuit, wat zich uit in hypo-en hyperkinetische eigenschappen. Daarnaast speelt dopamine een belangrijke rol bij libido, emotionele stuwkracht en het beloningssysteem. Dit verklaart waarom personen met de ziekte van

Parkinson ook gevoelig zijn voor depressie en verslaving.

Epigenetische actoren en gevolgen

Slechts 5 à 10 % van deze neurodegeneratieve aandoening is van genetische oorsprong.

Meer en meer epidemiologische studies tonen aan dat neuronen vernietigd worden door omgevingsfactoren zoals pesticiden en zware metalen.

Methylkwik staat op nummer één in het lijstje. Het is een zwaar metaal, voornamelijk afkomstig uit almagaanvullingen, drinkwater, vis en schelpdieren. Kwik wordt in relatie gebracht met enerzijds de reductie van dopaminereceptoren, axonen en tubiline (dopaminerge neuronen zijn rijk aan tubiline). Anderzijds zorgt het voor de toename van glutamaat excitotoxiciteit, β-amyloïde plaquevorming en Tau-hyperfosforylatie. Wat vervolgens leidt tot eiwitaggregatie en mitochondriale dysfunctie in de substantia nigra.

Het gehele artikel is te lezen in editie 1 (2020) van TCC Magazine.

Previous
Previous

Intuïtief eten

Next
Next

Echtscheiding